top of page

Ik word boer

Het belang van een goed gesprek

De veestapel moet krimpen, de sector moet verduurzamen en het imago van de boer en tuinder ligt onder druk. Toch kiezen nog steeds veel jongeren er voor om boer te worden. Misschien logischerwijs omdat hun ouders een boerderij hebben, anderen zoeken het agrarische werk buiten de familie op. Maar voor wie zo’n agrarische overname in het verschiet staat, is er nog niet met het inhuren van een accountant. Het wordt dan ook steeds duidelijker hoe belangrijk de emotionele kant van de opvolging is. Kun je je voorbereiden op de mogelijke emotionele hordes die je moet nemen?

Luister je liever naar een podcast dan dat je een artikel leest? Luister hier dan de aansluitende podcast ‘Ik word boer’ en kom er achter hoe je omgaat met de druk, de verschillende zakelijke en emotionele verhoudingen binnen een familie en kom meer te weten over de nieuwe samenwerkingsverbanden.

Chris van Werven is een boerenzoon die het bedrijf van zijn ouders gaat overnemen. Om aan te tonen hoe complex de situatie kan worden, legt hij het zelf zo uit “Ik ben niet de enige opvolger in het familiebedrijf. Mijn broer gaat het samen met mij overnemen. Daarbij heb ik twee zussen die afzien van de overname. En hoe je het ook wendt of keert, het is niet alleen de plek waar we werken, het is ook de plek waar we opgegroeid zijn en wonen.” Daarbij legt Chris meteen de vinger op de zere plek bij een agrarische overname. Volgens de laatste meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek is namelijk 92 procent van de agrarische bedrijven een familiebedrijf. Dat houdt dus ook in dat er bijna altijd zakelijke en relationele verhoudingen zijn in een boerenbedrijf, omdat er een familie bij betrokken is.

 

Zussen aangehaakt houden

Chris zijn uitleg geeft daarmee aan dat er een groot verband is tussen het psychologisch eigendom (het gevoel van eigenaarschap) en het formele eigendom (eigenaarschap op papier). “Mijn vader, broer en ik spreken elkaar veel over de zakelijke kanten van het bedrijf, maar eigenlijk voeren we alle gesprekken dubbel. Bijna alle zakelijke beslissingen zijn gebonden aan het psychologische bezit wat de niet-opvolgers wel hebben.” Chris vult aan “Bij de opvolging komt een grote gunfactor kijken, onze ouders schenken ons met de overname veel geld dat in het bedrijf zit, omdat het anders niet te financieren valt. Wij praten zoveel mogelijk met onze zussen om hen aangehaakt te houden. Wij willen niet dat zij straks nare gevoelens hebben bij hoe het familiekapitaal zowel formeel als op gevoelsvlak is verdeeld.”

 

"Alles wat je er in stopt, ja, dat krijg je terug. Dat is toch gaaf?"

Bij de familie Vermeulen uit Swifterbant speelt een soortgelijke overname. Oudste zoon Niels stond als eerste klaar als opvolger. Ondanks dat zijn zus dol is op het boerenleven heeft zij afgezien van de opvolging. Maar tot zijn verrassing is zijn twee jaar jongere broer Frank aangesloten bij de overname. Niels ziet dat zijn broertje steeds meer affiniteit en betrokkenheid heeft bij het bedrijf en hij is er inmiddels niet meer weg te slaan. Frank vertelt dan ook met een glimlach van oor tot oor: “Ik vind het gewoon gaaf, die vrijheid ja. Elke ochtend als ik opsta zie ik ook weer waar we het voor doen. Alles wat je er in stopt ja dat krijg je terug. Dat is toch gaaf?”

 

Hulp met emotie en het gesprek

Om de overname bij de familie Vermeulen in goede banen te leiden schakelden ze Lianne Veenstra, een zelfstandig agrocoach, in. Zij helpt ze met – zoals ze zelf beschrijft – de lastige gesprekken die je automatisch uit jezelf ontwijkt. “Het is een hele normale reactie om lastige gesprekken uit de weg te gaan. Maar daarom ben ik er, want wat speelt er onder de tafel in plaats van wat er normaal wordt gezegd?” Ook bij de familie Vermeulen staat voorop dat die communicatie en openheid de succesfactor is, zo geeft Niels aan: “Je hoort het om je heen vaak genoeg, dat het misgaat, dat kan je ook niet altijd voorkomen. Maar wij proberen met behulp van Lianne gewoon alles open te bespreken en geen geheimen voor elkaar te hebben.”

“Het gevoel van ‘samen zullen we alles delen’ vergaat”

En dat de families Van Werven en Vermeulen het belang van de emotionele kant van de bedrijfsoverdracht inzien, is niet zo gek. Niet de financiële of fiscale staat van de boerderij is bepalend voor het succes van de overname, maar de emotionele. Slechts in vijf procent van de gevallen vond de overdracht niet plaats door de financiële staat van het bedrijf of de opvolgers. 95 procent van de bedrijfsopvolgingen die mislukken, hebben een relationele, emotionele of communicatieve oorzaak. De bedrijfsoverdracht moet namelijk, zoals Chris van Werven al aangaf, vanuit alle betrokkenen gegund worden aan de opvolger(s). Juul Smeets, projectleider ‘Volgende Generatie’  bij LTO Noord, ziet in dat in het gunnen ook een verandering ontstaat: “Doordat agrarische bedrijven groter worden en het om meer geld gaat, zijn de niet-opvolgers meer bewust van de financiële waarde van het bedrijf van hun ouders. De overdracht vindt vaak plaats onder de marktwaarde en het gevoel van ‘samen zullen we alles delen’ ontbreekt dan.”

 

Het belang van goede communicatie

Agrarisch onderzoeker bij het lectoraat familiebedrijven van Windesheim, Jelle Bouma, benoemt vooral dat druk en de relaties rondom de opvolger de reden zijn van een mislukte opvolging. “Dat psychologische eigendom bij de niet-opvolgers is heel belangrijk. Stel nou dat we het voorbeeld van Chris van Werven nemen. Zijn zus wil het bedrijf nu niet overnemen, maar wat als zij een leuke boerenknaap tegen het lijf loopt? Hij wil wel samen met zijn schoonbroers het bedrijf opvolgen. Kan dat dan? Zo niet, wat doet dat met het overdrachtsproces? Is de zus van Chris het daar mee eens en wat doet dit met de overdragers dus de ouders? Flexibiliteit en communicatie zijn zo ontzettend belangrijk.”

 

Jelle benadrukt ook de gevoeligheid van het woonerf: “De overdragers zijn waarschijnlijk ook de ‘erfverlaters’,  zijn ze daar zelf wel aan toe? Wat wij vaak zien, is dat ze pas heel laat in het opvolgingstraject het besefmoment krijgen dat ze hun grond moeten verlaten. En als ze er wel aan toe zeggen te zijn, ken ik genoeg voorbeelden van de oude boer die nog even om elf uur ’s avonds een map met foto’s van zijn oude zolder komt halen. Je begrijpt al wel dat dit weer voor vraagtekens bij de opvolgers zorgt en wat te denken van hun partners hè.”

Preview | In gesprek met Jelle Bouma en Chris van Werven over de overdragers

Het thema rondom opvolging is urgent. In oktober 2020 bracht Wageningen University & Research (WUR) een onderzoek uit waarin werd voorspeld dat ongeveer 40 procent van de melkveehouderijen in 2030 gestopt is vanwege het ontbreken van een opvolger. In 2016 concludeerde het CBS daarbij ook dat er van de 55 duizend landbouwbedrijven, ruim 25 duizend een bedrijfshoofd hebben van 55 jaar of ouder. Van deze 25 duizend bedrijven hebben 15 duizend geen opvolger. Dit terwijl volgens Juul Smeets een overdracht al gauw tien jaar kan duren. En dan met de tijdsdruk er bij, is er dan nog wel oog voor het emotionele aspect van een overname?

 

Maar wat als het bedrijf niet overgenomen wordt? Het gebrek aan opvolging lijkt een natuurlijke oplossing voor de wens van de overheid en het Europese beleid om de veestapel te laten krimpen. Echter, het zit anders in elkaar. Wanneer er geen opvolging is, wordt de agrarische grond vaak door boeren buren opgekocht om hun bedrijf juist uit te breiden, of een andere boer koopt de fosfaat rechten op. Dit resulteert in een afname van het aantal landbouwbedrijven en een schaalvergroting van de overgebleven bedrijven. Én dat is nu net niet wat de overheid wil. De overheid zet in op kleinere bedrijven, die duurzamer gaan werken.

Bedrijfsopvolging op land- en tuinbouwbedrijven
Bron: CBS
bedrijfsopvolging copy.png

Aannames die uitgroeien tot stress

De crux van het uitblijven van een opvolger ziet docent-onderzoeker Wiggele Oosterhoff van Aeres Hogeschool vaak van dichtbij. “Ik krijg er vaak kippenvel van. Dat overdragers er maar van uitgaan dat hun kind of kinderen het overneemt. Die stille aanname zorgt er voor dat er weinig gesproken wordt, er veel ruimte is voor eigen interpretatie en eigenlijk het belangrijkst: dat daardoor de opvolger niet een eerlijke kans geboden wordt om goed na te denken over of hij het überhaupt wel wil én hoe die dat wil.” Maar geeft Wiggele toe, het werkt ook wel eens omgekeerd. Wanneer opvolgers er zelf van uit gaan dat het bedrijf door hun overgenomen moet worden en ze dat misschien wel helemaal niet willen, komt er een enorme druk te liggen bij de opvolger. Lianne Veenstra, agrocoach, vult daar dan ook op aan dat ze eigenlijk niks liever hoort dan dat één van de betrokkenen aan het twijfelen is. “Het is alleen maar goed dat gevoel, dat gevoel van twijfel. Dat gevoel betekent dat je eerlijk naar jezelf bent en erover na wil denken. Als je vanuit daar het gesprek aan gaat, heb je een droom start.”

Preview | In gesprek met Wiggele Oosterhoff en Lianne Veenstra over het gevaar van zwijgen

Blauwdruk voor een boerenopvolging

Is er dan een blauwdruk voor een boerenopvolging? “Daar kan ik heel kort in zijn, nee. Elke overdracht is uniek. Er komen allerlei externe factoren en relationele verhoudingen bij kijken,” zegt Douma. Oosterhoff kijkt op dezelfde manier naar het antwoord, maar betrekt het meer op de vorming van iemand als persoon: “Iedereen groeit op en wordt gevormd met zijn of haar normen en waarden die hij of zij normaal vindt. Dit maakt elke overdracht ook anders, omdat het een hele menselijke situatie is. Het is makkelijk om over te gaan op de orde van de dag. Dat lastige gesprek om bijvoorbeeld de sterkte en zwaktes van elkaar te leren kennen klinkt soms gek, maar in elk ander bedrijf is dat eigenlijk weer heel erg vanzelfsprekend. Dus spreek het uit.”

 

Smeets houdt de blauwdruk nog op een andere manier tegen het licht. Er is volgens haar ook niet een route om boer te worden. “Ik ken ook voorbeelden van boerenopvolgers die anders naar het bedrijf dan hun overdrager kijken. Zo heb ik een voorbeeld van iemand die begint met het eindproduct; rundvleeskroketten. Omgekeerd redenerend is hij zo naar een boerderij met runderen gegaan.” Dat verschil in visie is vanzelfsprekend volgens Smeets. “Iedereen heeft natuurlijk zijn of haar eigen visie. Je ziet daarin niet per se iets nieuws in de huidige generatie, maar het kenmerkt eigenlijk elke ‘jonge nieuwe generatie’. Boer zijn is niet makkelijk en die drive om te willen boeren vanuit de affiniteit met het vak kenmerkt jonge boeren.” 

 

Opvolger van buiten de familie

Daarnaast zijn er volgens Smeets ook steeds meer overdragers die een opvolger buiten de familie vinden. Bij een overdracht met een opvolger van buiten de familie, vervalt het emotionele vlak van de overname niet ineens. Zo ervoer Eric Douma, varkenshouder in Oosterwolde, die zijn opvolger vond in de vorm van één van zijn huidige werknemers. “Mijn broer die een heel ander leven heeft en ander werk heeft, tja ik dacht dat hij niks met de boerderij had. Maar dat is absoluut niet waar. Uit dat gesprek kwam naar voren dat hij de boerderij echt nog zag als de plek waar hij is opgegroeid. Voor mij is dat het eureka moment geweest van, nu moet ik iedereen er bij betrekken. En tot op de dag van vandaag ben ik enorm blij dat ik dat gedaan heb. Op deze manier kunnen we mijn werknemer ook het vertrouwen vanuit de hele familie geven en heeft hij dat gevoel. Dat is het belangrijkst denk ik.”

Preview | In gesprek met Juul Smeets over nieuwe samenwerkingsverbanden

"Of het met deze jongens goed komt"

In Swifterbant, bij het agrarische bedrijf van de familie Vermeulen, is Niels enorm trots op de stappen die ze al hebben gemaakt in de overname. “In eerste instantie zou ik in mijn eentje opvolgen, maar nu Frank erbij is gekomen, geeft dat extra dynamiek. Ik geef hem alle ruimte om te oriënteren en om er echt achter te komen of hij dit wil.” De twee broers zitten op één lijn en blikken positief op de toekomst: “We doen met elkaar hartstikke mooie dingen, elke dag weer. We blijven met opgeheven hoofd naar de toekomst kijken terwijl we aan een mooi bedrijf timmeren,” aldus Frank Vermeulen. Ook hun agrocoach Lianne Veenstra is enorm enthousiast. Met de openheid die deze twee jongens hebben, creëren ze een goed vertrekpunt waarin ze precies weten wat er van alle kanten van elkaar verwacht wordt, vindt ze. “Of het met deze jongens goed komt”, lacht Lianne. “Dat is een retorische vraag, ze vliegen het op de perfecte manier aan.”

bottom of page